Heb jij last van schuldgevoelens? Spijt?
Heb jij last van schuldgevoelens? Spijt?
Je ligt in bed. Het huis is stil, maar in jouw hoofd raast het alsof er een storm voorbijtrekt. Je draait je om, plukt aan de deken, ademt onrustig. Je lijf is moe, maar slapen lukt niet, want daar zijn ze weer. Die zinnen die zich maar blijven herhalen in je hoofd. “Had ik maar dit… Waarom zei ik dat… Hoe kon ik dat doen?”
Je zit vast in een eindeloze herhaling van spijt. Alsof je hoofd jou wil straffen door alles steeds opnieuw af te spelen. Gek word je ervan.
Elke keer trekt je borst samen. Je keel klemt dicht. Je voelt je klein worden in je eigen bed, het voelt als boeten voor fouten die je misschien niet eens gemaakt hebt. Je hebt het altijd op jezelf betrokken. Want dat is wat je doet: jezelf de schuld geven. Voor alles. Voor dingen die je niet kon weten. Voor situaties waar je geen invloed op had. Voor de kleinste vergissing, een verkeerd woord, een blik, zelfs keuzes van jaren geleden.
Je zit vast in een eindeloze herhaling van spijt. Alsof je hoofd jou wil straffen door alles steeds opnieuw af te spelen. Je denkt terug aan keuzes die je anders had willen maken. Woorden die je liever niet had gezegd. Relaties waar je anders mee om was gegaan. Steeds weer dat knagende gevoel: “Had ik maar…”
Terwijl jij jezelf in stilte veroordeelt, sla ja alle spanning en stress op in je lijf. Je schouders voelen strak, je buik voelt zwaar, je adem stokt ergens halverwege je longen. Je staat op scherp, ook al lig je stil. Altijd alert. Altijd bang om iets verkeerd te doen. Je houd de controle vast, om te voorkomen dat iemand je straks afwijst of teleurstelt.
Je zorgt. Je geeft. Je cijfert jezelf weg. Want 'nee' zeggen voelt egoïstisch. Tijd nemen voor jezelf voelt verkeerd, dus houd je je groot, trek je het masker van 'sterk en verantwoordelijk' op en speel je de rol die iedereen van je verwacht. Maar... van binnen brand je op, maar van buiten lijk je de rots waar iedereen op kan leunen. Alleen jij weet dat je ondertussen kapotgaat van de last die je draagt.
Die onzichtbare rugzak vol schuld, spijt en zelfverwijt. Een rugzak die elke dag zwaarder lijkt te worden. Al weet je diep vanbinnen dat het niet eerlijk is, dat je niet alles had kunnen voorkomen of goedmaken, je kunt het niet loslaten.
Ergens geloof je nog altijd dat het jouw fout is. Dat jij degene bent die had moeten weten, beter had moeten doen. En dat idee vreet je op.




